2021 zou het jaar worden waarin alles weer snel normaal zou worden. Het jaar waarin we weer gewoon konden uit eten gaan in een restaurant, met vrienden op stap en als vanouds terug naar kantoor. ‘Er is nu licht aan het eind van de tunnel’, zo verkondigde minister Hugo de Jonge, en iedereen was er klaar voor.
De jaarwisseling van zes weken geleden lijkt inmiddels een eeuwigheid geleden. In plaats van beter werd alles slechter, veel slechter. Het beloofde licht aan het eind van de tunnel is verdwenen. De mensen zijn moe en murw. Hoop heeft plaats gemaakt voor uitzichtloze somberheid. Gelaten rekent eigenlijk niemand er meer op dat we werkelijk binnenkort weer ‘normaal’ kunnen leven en omgaan met elkaar. Die schijnbare uitzichtloosheid eist in toenemende mate zijn tol.
Sinds de aanvang van de crisis bijna een jaar geleden, heb ik via video en telefoon honderden gesprekken gevoerd met advocaten en bedrijfsjuristen over heel de wereld. De eerste twee maanden was de rode draad ‘paniek’ en een grote mate van onzekerheid over de orderportefeuille en de cashflow. Vanaf medio mei, had vrijwel iedereen zijn draai gevonden en was het vrijwel ‘business as usual’ in combinatie met een strijdlustig optimisme. De afgelopen vijf weken is de toon echter volledig omgeslagen.
Carrièreswitch
Opvallend is het relatief grote aantal gesprekken met advocaten die een carrièreswitch overwegen. Ik word nu regelmatig benaderd door advocaten van grote kantoren die na maanden thuiswerken achter een beeldscherm ernstig beginnen te twijfelen of de advocatuur voor hen wel de juiste werkomgeving is.
Het patroon in zo’n gesprek is meestal hetzelfde. Het betreft een slimme high-potential, die aangetrokken werd tot de ‘Zuidas-advocatuur’: niet door het juridisch ambachtelijk karakter van het werk, maar door de wereld eromheen. Samenwerken met een team van getalenteerde professionals, mooi kantoor met alle voorzieningen, lunchen bij Dickies of Oliver’s, naar de gym, kantoorborrels, buitenlandse reizen. Kortom de ‘glamour’ van de Zuidas.
‘Wat resteert is het juridisch ambacht’
Die ‘social bubble’ is gebarsten. Al maandenlang. Wat resteert is het juridisch ambacht. Werkdag na werkdag in isolement aan documenten werken achter de computer, in combinatie met een niet aflatende stroom aan Teams-meetings. Na een tijdje krijg je door dat advocatuur - zonder de Zuidas - eigenlijk behoorlijk saai is.
Recruitment
Ik hoor sommigen van u nu denken: ‘Ja, hoor eens Jaap, we hebben het allemaal moeilijk; waarom zou het allemaal erger zijn voor Zuidas high-potentials?’ Wel, beste lezer, dat heeft alles te maken met hoe grote kantoren hun recruitment doen. Ik heb een aantal jaren deel uitgemaakt van een jury die prijzen toekent voor de Beste Wervingscampagne in de advocatuur. Wat daarbij steeds opviel is hoeveel nadruk er werd gelegd op de ‘Dynamische Wereld van Peter Stuyvesant’ (voor wie te jong is om te weten wat dit is: klik hier).
Afgaande op het recruitmenttraject, is het leven van een Zuidas-advocaat hyper-sociaal, opwindend en internationaal. Je komt te werken in een supermooi prestigieus kantoor en je maakt deel uit van een supergaaf team van leuke getalenteerde professionals. Je mag ervaringen opdoen in het buitenland en mee naar spannende belangrijke besprekingen met cliënten. Dit alles afgewisseld met de Vrijmibo, champagne bij closings, lunches en ski-uitjes.
Dat er ook urenlang aan saaie stukken gewerkt moet worden, bleek op zijn best uit ‘de kleine lettertjes’. Het is advocaten bij grote kantoren tot op zekere hoogte vergeven dat ze aan boord stapten vanwege de ‘wereld eromheen’ in plaats van het taaie juridisch handwerk. Nu het al een jaar lang alleen om juridisch handwerk draait, is het niet verwonderlijk dat sommigen zich beginnen af te vragen of dit wel is waarvoor ze eigenlijk getekend hebben.
‘Kantoren zullen alles in het werk moeten stellen om te voorkomen dat juist deze groep nu afhaakt, terwijl de introverte juridische boekenwurmen blijven zitten’
Het duivelse dilemma voor de grote kantoren is dit: het is juist deze groep advocaten - die een veel bredere belangstelling hebben dan alleen juridisch - die ze willen houden. De toekomst van de Zuidas-advocatuur ligt niet in juridisch geneuzel, maar in het helpen van ondernemingen (de cliënten) om succesvol te zijn in de markt. Daarvoor is het vooral van belang, een brede maatschappelijke belangstelling te hebben, sociaal vaardig te zijn, creatieve oplossingen te kunnen bedenken en vooral heel goed te begrijpen hoe je cliënt zijn geld verdiend.
Verdelen van risico’s
Advocaten in dit segment zijn meer bezig met het verdelen van risico’s tussen partijen dan met juridische haarkloverij. Het gaat meer om het vinden van werkbare oplossingen zodat de onderneming vooruit kan, dan om juridisch het onderste uit de kan te halen. Juist de groep advocaten die nu twijfelt of ze wel voor het juiste beroep gekozen hebben, is daarvoor het meest geschikt. Kantoren zullen alles in het werk moeten stellen om te voorkomen dat juist deze groep nu afhaakt, terwijl de introverte juridische boekenwurmen blijven zitten.
Zuidas high-potentials hebben het niet zwaarder dan de rest van ons. Ze overwegen niet de advocatuur te verlaten omdat ze het zwaar hebben, maar omdat hun persoonlijkheid en talent niet past bij het onafgebroken doen van juridisch handwerk, dag-in-dag-uit, maand-in-maand-uit. Het zijn juist deze mensen, die nodig zijn in de grootzakelijke advocatuur. Grote kantoren doen er goed aan vandaag nog bewust actie te ondernemen om de Zuidas-blues te bestrijden nu ‘normaliteit’ nog geruime tijd op zich zal laten wachten.